Boerderijwinkels, waar klanten direct bij de boer lokaal geteelde en geproduceerde producten kunnen kopen, worden bedreigd door nieuwe regelgeving. Deze regels, waaronder een beperking dat 90% van de producten van het eigen bedrijf moet komen en een maximum van slechts 50 m² verkoopoppervlak, maken het voor veel boerderijwinkels onmogelijk om te blijven bestaan. De regels, opgesteld door een adviesbureau uit Arnhem dat de regio nauwelijks kent, sluiten niet aan bij de praktijk en bedreigen de toekomst van deze winkels.
Voor veel boeren waren boerderijwinkels een manier om financieel rond te komen. Door dalende inkomsten uit de traditionele landbouwsector vonden zij creatieve manieren om hun bedrijf overeind te houden. Een boerderijwinkel biedt hen de kans om direct met de consument in contact te staan en producten te verkopen zonder tussenkomst van grote ketens.
Boerderijwinkels zijn niet alleen een plek om verse producten te kopen; ze zijn een symbool van korte voedselketens en lokaal ondernemerschap. Ze bieden klanten een unieke ervaring en versterken de band tussen boer en burger. Veel van deze winkels werken samen met andere lokale producenten, waardoor klanten een breed en aantrekkelijk assortiment vinden, van honing tot kaas en seizoensgroenten.
Waarom boerderijwinkels onmisbaar zijn
Om deze waardevolle winkels te beschermen, heeft Hart voor Medemblik een motie ingediend. Deze roept op tot: om de regel niet te handhaven en SAMEN met de ondernemers beleid te maken.
Boerderijwinkels zijn belangrijk voor onze regio
“Deze nieuwe regels gaan compleet voorbij aan de unieke waarde van boerderijwinkels,” zegt Tjeu Berlijn. “Ze zijn belangrijk voor de lokale economie, versterken de band tussen boer en consument, en zorgen ervoor dat ondernemers elkaar helpen. Gemeenten moeten beleid maken dat deze winkels ondersteunt en laat groeien, niet dat ze hun voortbestaan onmogelijk maakt.”